Omdat niet iedereen er last van heeft. Sterker: sommige mensen profiteren van spam. Providers krijgen van telefoonmaatschappijen een percentage van de inbelkosten die hun klanten maken, en sommige providers kan het weinig schelen waarvoor de klanten inbellen: als ze inbellen om te spammen, des te beter, want dat levert een aardige telefoonrekening op – en dus een aardig percentage voor de provider.

Bedrijven hebben vaak op korte termijn baat bij spam: het levert ze altijd wel een paar klanten op, en spammen is en blijft goedkoper dan een advertentie in de krant of op tv. Wat zulke bedrijven vergeten, is de schade die spam aan hun imago toebrengt.

Marketingbureaus verdienen ook aan spam. Ze beloven bedrijven gouden bergen en laten zich daar royaal voor betalen. “We zullen zorgen voor een massale campagne, we zullen minstens honderdduizend exemplaren versturen, en nee hoor, u hoeft niet bang te zijn: ons adressenbestand is heel zorgvuldig samengesteld.”.

Iets dergelijks heeft AbFab ook aan NRC Handelsblad beloofd. Dat leek de krant wel wat. Totdat bleek dat AbFab simpelweg half Nederland bespamde met NRC-reclame, dat sommige mensen de bewuste advertentie meermalen ontvingen, dat bestaande abonnees massaal óók werden bespamd, en dat zelfs adressen waar duidelijk geen mens achter schuilgaat (zoals maildaemons en listservers) NRC-spam te verstouwen kregen. NRC Handelsblad schok zich een hoedje en bood meteen haar excuses aan. Maar het kwaad was al geschied. En AbFab kreeg vermoedelijk een fors bedrag voor deze mislukte campagne. (Later liep het nog heel slecht met AbFab af.)